Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Als hij tot den koning gekomen was, zo zeide de koning tot hem: Micha, zullen wij naar Ramoth in Gilead ten strijde trekken, of zullen wij [het] nalaten? En hij zeide tot hem: [27]Trek op, en gij zult voorspoedig zijn, want de HEERE zal ze in de hand des konings geven. 27. De profeet zegt dit niet met ernst, maar bespottende het antwoord en de voorzegging der valse profeten, welker woorden hij daarom ook gebruikt, gelijk die verhaald staan boven, vs.12 [want de Heere had die hem geopenbaard]. Waarom Achab uit zijn manier van spreken, wezen en gebaren merkende dat hij het niet meende hetgeen hij zeide, beveelt hem een ernsthaftig antwoord te geven, in vs.16. Het is dan een bevel of raad, spottenderwijze gegeven. Vergelijk Richt.10:14; Pred.11:9; Ezech.20:39; Amos 4:4,5; Matth.23:32.